Column Jona: ‘Nu zal alles wel misgaan’, was haar eerste reactie. Zo gemanifesteerd zo gedaan’

2 maart 2023 | Columns, Inspiratie

Bij mijn tante hing er eentje in de bijkeuken. Een lang, geel draadje aan het plafond, waar vliegen en muggen aanplakken als levende stickers in een poëziealbum. Zij woonde in Drenthe in een huis met een rieten dak tussen allemaal boerderijen. Als het even kon reden mijn ouders vanuit de Randstad richting het noorden om hun twee stadse jongetjes wat frisse koeienlucht te laten inademen. Elke keer als we de bijkeuken binnenstapten, rook deze naar kattenvoer, suikerbrood en koeienvlaai. Mijn blik gleed vanzelf naar de sticker. Het intrigeerde me. Soms bewogen de pootjes zelfs nog! Later meer over hoe dit lange, gele draadje gemanifesteerd is in zijn volgende vakantie.

Sinds ik uit de manifestatiekast kwam, lijk ik op zo’n gele, plakkerige insectenvanger. Ik trek ook veel vliegen en muggen aan, maar dan zijn het de sceptische en lacherige mensen. Sommigen steken er de draak mee. ‘O, dus als ik een nachtje droom van een gele sportauto, dan rijd ik morgen in een Ferrari naar mijn werk?’ ‘Jona, ik wil graag op vakantie naar de Malediven. Wil jij dat niet even voor mij manifesteren?’ Ik kan er wel om lachen. Ik weet hoe het werkt. Ik schrijf aan mijn bestseller, ik heb twee goede boeken geschreven en ik schrijf nu columns. Dat manifesteer ik. Dat hoef jij niet te doen. Ik doe het wel. Maar ik ben ook realistisch. Een vakantie naar de Malediven zit er dit jaar niet in. Ik wil het ook niet écht. De Malediven zijn echt ver weg. Dat kun je niet even aanfietsen. Wat als je je oplader vergeet? Of je hebt een slap kussen? Ik houd ook niet van zwemmen. Het meest gelukkig maak je mij op een kleine camping, zittend in een plastic tuinstoel bij een karaokeavond. Wat moet ik dan op de Malediven? Ze hebben daar geen marktjes in smalle straatjes waar je plakken, zachte nougat en lavendelzeep kunt kopen. Toch werd ik gepakt door de vraag. Het deed me denken aan de komende zomervakantie. Ik had namelijk nog niks geboekt… Dé vroegboekkorting?! Was die nog geldig? O jee, de paniekmeter in mijn hoofd schoot naar het rood.

Ik dacht terug aan de vakanties met mijn ouders. Ieder jaar stapte ons gezin in de auto naar Spanje. Zelfde hotel op de heenweg, hetzelfde hotel op de terugweg en vervolgens sliepen we twee weken in de vouwwagen. Heel overzichtelijk. Totdat mijn ouders in de zomervakantie van 1992 collectief zaten te pitten en het hotel voor de heenweg ‘vergaten’ te boeken. Dat viel niet goed bij mijn moeder. ‘Nu zal alles wel misgaan’, was haar eerste reactie. Zo gemanifesteerd zo gedaan.

De kinderfietsjes werden opgeborgen in de dakdrager van de auto. De tas met voor ieder uur een cadeautje – wij hadden geen tv-schermen, popcornmachines en milkshakeautomaten op de achterbank – en de zak witte broodjes belegd met kaas naast mijn moeders voeten. Halverwege moest mijn vader – zonder navigatie weliswaar – op zoek naar het nieuwe, onbekende hotel. Dat bleek midden in Lyon lastig te vinden. Na heel wat zweet op het voorhoofd, ‘merde’ (Frans voor shit), ‘stil jullie achterin’, terwijl we niks zeiden, vond pa het hotel. Vlug stuurde hij de oude Ford Sierra de parkeergarage in. ‘Krak’, zeiden de fietsjes in de dakdrager. ‘Krak’, zei de garagedeur. Klem zaten we. Zo klem als die vliegen op de lange, gele insectenvanger van m’n tante in Drenthe. ‘Wat is dat verdorie’, riep mijn vader. ‘De fietsen staan op het dak,’ piepten we. ‘Iemand een toffee?’, probeerde mijn moeder vrolijk te blijven. Iedere tien seconden klapte de garagedeur op het dak van de auto. De medewerkers van het hotel moesten de zadels van de fietsjes eraf zagen. Dat was de enige manier om ons te bevrijden uit deze benarde positie. Eenmaal aangekomen op de camping in Spanje verslikten de campinggangers zich een dag later bijna in hun cerveza toen er een Nederlandse auto met op het gedeukte dak twee kinderfietsjes zonder zadel aan kwam tuffen. En daar bleef het niet bij. Diezelfde vakantie kregen we diarree omdat we toch ijsblokjes in onze glaasjes Orangina hadden terwijl we géén Frans kraanwater mochten. De reischeques werden uit de auto gepikt en ik morste een abrikozenijsje op mijn nieuwe voetbalshirtje. ‘Zie je wel’, zei mijn moeder. ‘Ik zei het toch.’ Zoals gemanifesteerd.

Ik ga mijn vakantie anders manifesteren. Dat weet ik wel. Ik heb een gemanifesteerd dat we naar een kleine, Franse camping, weinig Nederlanders, een autorit door de zonnebloemvelden, een nieuw abrikozenijsje en nul insecten. En daar heb ik al een goed ideetje voor. Iets met een geel draadje aan het plafond van de tent!

Jona Baan (38) is meester en schrijver op een basisschool. Naast zijn werk voor de klas schreef hij succesvolle boeken Fleudemeu en VakantieBaan over zijn werk voor de klas. Hoe hij bij Manifestatie Magazine terecht kwam? Gemanifesteerd. Volgens Jona is dit één van de nieuwe aspecten die kinderen volgens hem mee moeten krijgen. Zo leren ze hun toekomst zelf in te kleuren. Meer weten of zijn boek kopen? Neem even een kijkje op zijn website www.jonabaan.nl.